Tijdens de World Cup in Oostende bleek hoe hoog het niveau is, ruim drie maanden voor de Spelen. Ook bleek hoe dicht sommige uitslagen bij elkaar liggen.

Op vrijdag stond de tijdrit op het programma. Door het noodweer werd de start meerdere keren uitgesteld en uiteindelijk werd de tijdrit ingekort van 30 km naar 20 km. Met windkracht 6/7 (en dan ook nog kustwind) werd de tijdrit afgewerkt. Na een zeer matige start, wat hem in de eerste 10 km veel tijd kostte, reed Wouter een sterke tweede helft. Het verschil tussen de eerste en de tweede ronde was volgens Wouter echt veel te groot. Als hij de eerste ronde had gereden wat hij ook de tweede ronde reed, was zijn uitslag nog een stuk beter geweest. Wouter moest nu genoegen nemen met een 22e plaats.

Op zondag was de wegwedstrijd aan de beurt. Wouter reed keurig mee met de eerste groep en zat lekker in de koers. Na een aantal ronden maakte hij een domme fout door net voor een bocht een gat te laten vallen bij een inhaalactie van een C1-renner die op een ronde was gezet. Hij moest de achtervolging inzetten en reed het gat bijna dicht, maar net niet. Een gevalletje ‘eigen schuld, dikke bult’ en een mooi leermoment.

Na een tijdje als eenling tussen het eerste peloton en een achtervolgend groepje te hebben gereden, sloot een Ier uit dat groepje aan bij Wouter. Zij hielden het gat tot de achtervolgers hetzelfde, waardoor zij samen naar de finish reden. De Ier werd 20e en Wouter 21e. Een goede koers van Wouter waarin hij door een eigen fout helaas dus niet kon doen wat erin zat. Maar ook dat is een onderdeel van wielrenne

Categorieën: Geen categorie